16 December 2024

Art

Water Streams

a man in a black and white photo sitting in a chair

Hij is geen textielkunstenaar. Hij is een kunstenaar die werkt met textiel. Bram Van Breda is al van jongs af aan, geïnspireerd door het brei- en naaiwerk van z’n oma, in de ban van stoffen. En aangezien hij opgroeide in Antwerpen, dé modehoofdstad van België, was voor de kunstenaar de keus voor textiel als werkmateriaal snel gemaakt. Precies wat hij ook voor zijn nieuwe kunstwerk voor The Art of RAW heeft gedaan.


Hoewel het werken met textiel nu zijn voorkeur heeft, studeerde hij in eerste instantie Graphic Design. “Maar toen besefte ik dat ik eigenlijk heel graag met tactiele materialen werk en dat ik niet alleen maar achter een computer wil zitten”, legt hij uit. En dus ging Van Breda nadat hij het diploma voor Graphic Design op zak had verder met de masteropleiding Textielontwerp aan de LUCA School of Arts in Gent. Waar hij nu werkt als docent.

Textiel is voor hem een kunstmedium en hij werkt voor zijn installaties vaak met losse stoffen en draden. Water is ook een doorlopend thema in het werk van Van Breda. Zoals te zien is in Streams – zijn nieuwste creatie voor The Art of RAW: een 'waterval' gemaakt van oude jeans. De aanleiding om te spreken met de kunstenaar over zijn achtergrond, Streams en nog veel meer.
Je komt uit Antwerpen, maar woont nu in Oostende. Wat is de reden dat je voor deze plek hebt gekozen?

Oostende is een kleine Belgische kustplaats op ongeveer twintig minuten van Brugge. Ik ben daar drie jaar geleden naartoe verhuisd, omdat ik hou van de zee, zijn weidsheid en zijn kracht. De sfeer is heerlijk dorps, maar wel met alle gemakken van een stad. Plus het zeeklimaat en het feit dat wonen hier nog betaalbaar is. Daarnaast is Oostende een fascinerende stad vanwege zijn geschiedenis. Het was vroeger de badplaats van de Belgische koninklijke familie en er staan nog veel historische gebouwen. En het koloniale verleden van België, vooral door Koning Leopold II, is controversieel. [Noot van de redactie: Oostende heeft een ruiterstandbeeld van Leopold II.]

Interessant. En dan werk je ook aan de LUCA School of Arts in Gent. Wat typeert jouw manier van lesgeven?

Ik focus graag op zowel de technische kanten van textieltechnieken als de conceptuele kanten. Het liefst wil ik dat mijn studenten nadenken over hun relatie tot textiel en dat ze buiten de sampling, het ambacht en de technieken onderzoek doen naar hun eigen potentieel. In de zin van, “Hoe breng je al deze verschillende aspecten van het medium samen?”
Voor ons heb je Streams gecreëerd. Neem ons eens mee in je creatieve proces.

Processen zijn voor mij heel belangrijk. Ik wilde écht begrijpen waar de denim vandaan komt en welke stappen er worden doorlopen. Daarom wilde ik langsgaan bij het hoofdkantoor van
G-STAR in Amsterdam én in het distributiecentrum om zelf te kunnen zien en ervaren hoe alles wordt verpakt en uitgepakt. Ik wilde iets maken dat geheel uit denim bestaat. En voor wat ik in gedachten had, had ik een stevige constructie nodig. Ik vond het vooral belangrijk dat mijn methoden en vakmanschap steekhielden. Dus koos ik ervoor om met touw te werken. Touw is heel duurzaam en sterk. Je kunt er dingen mee verbinden en wanneer je het vlecht, raakt het verstrengeld. Oostende heeft een haven met veel vissersboten en zeilschepen. En ik heb me laten inspireren door de aangespoelde touwen en visnetten.

Daarbij, het hele productieproces binnen de mode is ingewikkeld. Er zijn zo veel verschillende stappen en het gaat over zo veel schijven. Van de katoenplant tot de consument. Ik wilde deze complexiteit terug laten komen in mijn werk. Dat is wat het touw voorstelt. Door het te vlechten, ontstaat er een netstructuur. Met deze structuur kon ik de metafoor van het netwerk creëren. Als laatste wilde ik verschillende kleuren denim gebruiken. Ik gebruik textiel altijd op een schilderachtige manier. Ik werk met losse draden die ik vasthaak op mijn canvas. Alles wat ik creëer, is gemaakt van restmateriaal.

Je kunstwerk ziet er zo verfijnd uit. Hoelang heb je erover gedaan om het te maken?

Ik heb ongeveer tweehonderd paar jeans gebruikt. Het hele proces heeft ongeveer twee maanden in beslag genomen. Als eerste heb ik de jeans in stroken geknipt en heb ik er met de hand touw van gevlochten dat een netstructuur vormde. Het betekende zoveel voor mij. Het symboliseerde de complexe reis die denim aflegt van productie tot drager.
Er zijn nog originele labels, ritsen en zakken te zien. Heb je dat bewust gedaan?

Zeker. Ik heb het logo en dingen als stiknaden en zakken verwerkt om een extra betekenislaag toe te voegen aan mijn werk. Zo is de oorsprong nog terug te zien. Het zorgt ervoor dat de herkenbaarheid en identiteit van de stof behouden blijft en het symboliseert de aanwezigheid van de mens. Ik heb alleen gebruikgemaakt van gedragen jeans die ik heb verzameld uit het Return Your Denim programma. Toen ik ze aan het verknippen was, viel mijn oog op dingen als verfvlekken. Sommige jeans waren totaal verscheurd. Met jeans is het zo dat je de broek eerst een tijdje draagt en als er eenmaal vlekken op zitten of hij is gescheurd, dan wordt ie soms ingezet als doek. Daar hou ik van. Deze jeans hebben al zo veel levens geleefd.

Wat is de relatie tussen water en je werk, vooral als het gaat om Streams?

Water is een onmisbaar element. Niet alleen tijdens het productieproces van jeans, maar ook voor leven in het algemeen. In mijn werk verken ik deze relatie en de cycli van grondstofgebruik. Daarmee is het een belangrijk onderdeel van zowel het materiaal als de conceptuele richting van mijn werk.

Dit was de eerste keer dat je met een merk hebt samengewerkt. Wat maakt dat je voor G-STAR hebt gekozen?

Ik heb voor G-STAR gekozen vanwege hun toewijding aan duurzaamheid en hun transparante productieprocessen. Ik zag in deze samenwerking ook een kans om een breder publiek aan te spreken en de aandacht te vestigen op duurzaamheid in de textielindustrie. In eerste instantie was ik nieuwsgierig naar de manier waarop deze samenwerking invloed zou hebben op mijn werkwijze. Ik ben gaan nadenken over de verschillende maakprocessen en -methoden. Het hele proces heeft me aangezet tot het creëren van een ander soort werk. En dat zal ook terug te zien zijn in mijn toekomstige projecten.

Hoe beviel de samenwerking?

Ik ben dankbaar voor de artistieke vrijheid die ik van G-STAR heb gekregen. Daardoor heb ik me nooit gebonden gevoeld. Creativiteit werd gekoesterd en er werd continu gezocht naar een oprechte artistieke dialoog.
Laat je je in je werk inspireren door andere kunstenaars?

Absoluut. Kunstenaars als Sheila Hicks en moderne textielkunstenaars hebben zeker een invloed gehad. Maar toch laat ik me liever inspireren door het materiaal zelf.

Welke uitdagingen of stereotypen ben je als mannelijke kunstenaar die voornamelijk met textiel werkt, tegengekomen?

Ik heb als man in een vrouwelijke omgeving veel vragende blikken gezien. Dat vind ik opvallend, want ik zie mezelf gewoon als een kunstenaar die met textiel werkt. Ik denk dat deze stereotypering best beklemmend kan werken en dat het het grote potentieel van textielkunst zelfs in de weg kan staan. Veel mensen zien textiel als een zacht medium. Terwijl het tegenovergestelde vaak het geval is. Eigenlijk is het creatieproces juist heel tijdrovend en lichamelijk zwaar. En ik werk veel met textielsoorten die erg ruig zijn.

Wat kunnen we nog meer van je verwachten?

Ik blijf nieuwe werken creëren. Op zoek naar manieren om uiting te geven aan de complexe relatie tussen ons mensen en onze omgeving. Zoals bijvoorbeeld de impact die denim en textiel in het algemeen heeft op het milieu. Ik vind dat het tijd is om wat grenzen te verleggen en om de discussie rondom duurzaamheid binnen de modebranche verder aan te wakkeren.
Terug naar boven